Skip to main content

Ik ben de wereld

Anders denken in de 21e eeuw

Tijdens de corona lockdown in het voorjaar van 2021 heb ik het grondwerk van dit boek binnen 4 maanden geschreven. De vaart waarmee het uit de spreekwoordelijke pen vloeide is voelbaar in de tekst; zoals voormalig Denker des Vaderlands René ten Bos heeft opgemerkt, ‘het leest als een trein’. Daarna heb ik er nog een tijdje aan verder geschaafd, mede op basis van de input van enkele 'meelezers'. Vervolgens is het boek op 26 oktober 2021 verschenen, en het werd de volgende dag al in de Trouw getipt. Merlijn Twaalfhoven schreef een mooie beschrijving: "Hoe bestaat het dat we zo makkelijk voorbijgaan aan grote en wezenlijke vragen in ons leven? Jan Warndorff beschrijft treffend hoe onze manier van denken tot zelfgenoegzaamheid en onverschilligheid leidt en we de magie van het bestaan op afstand zetten. In Ik ben de Wereld laat hij zien hoe we werkelijk anders kunnen denken en daarmee de verwondering en fascinerende complexiteit van het leven de ruimte kunnen geven.” 

Op 31 augustus 2022 publiceerde Piet van Die een prachtige bespreking op zijn website. "Je voelt met hoeveel liefde en enthousiasme het [boek] is geschreven!", schrijft hij. En hij somt het boek mooi samen als: "hij nodigt uit tot meedenken-over-anders-denken. Neem en lees, zou ik zeggen!" Dat zeg ik hem uiteraard graag na. Zie https://www.pietvandie.nl/recensies/boeken/jan-warndorff-ik-ben-de-wereld-anders-denken-in-de-21e-eeuw/

Het boek wordt ook "van harte aanbevolen" door Toon van Eijk, in zijn interessante commentaar in de Civis Mundi #124 (augustus 2022). Zie https://www.civismundi.nl/index.php?p=artikel&aid=7174. En Taede Smedes gaf aan bibliotheken deze beschrijving mee: "Warndorff is wars van dogmatisme en indoctrinatie, hetzij door religie, politiek of wetenschap. Ook is het boek, net als zijn vorige boek, laagdrempelig en verliest hij zich nergens in al te abstracte filosofische bespiegelingen. Een plezierig boek voor een breed publiek, dat tot (zelf)reflectie aanzet over zingeving en de eigen omgang met de wereld."

In het december nummer (2021) van Filosofie Magazine wordt het boek als volgt aanbevolen: "In slechts honderd bladzijden schreef Warndorff een vurig pleidooi voor een dieper besef van het wonder van ons bestaan, dat je in een ruk uitleest."

Al eerder verscheen op 12 november 2021 in NRC Handelsblad, een recensie geschreven door Arthur Eaton -- een 4-ballen waardering! Zijn weergave van mijn kritiek op de moderne wetenschap is nogal  karikaturaal, en dat is jammer. Maar de passie en energie die ik in het boek heb gestopt straalt  duidelijk door de recensie heen, en dat doet mij deugd. "Dit boek, dat eigenlijk eerder een pamflet is, is duidelijk geschreven vanuit een diepe betrokkenheid met het lot van de aarde. De urgentie van Warndorffs betoog spat ervan af". Zie  https://www.nrc.nl/nieuws/2021/11/11/dit-boek-is-een-monumentje-voor-het-alledaags-bestaan-a4065161.

Het boek bouwt voort op Geen idee door de noodzaak om op een andere manier te gaan denken en leven in een bredere historisch-culturele context te plaatsen. Ik beschrijf hoe de moderne westerse mens lijdt aan een superioriteitscomplex op twee fronten: enerzijds met betrekking tot andere en eerdere culturen, en anderzijds met betrekking tot de aarde, c.q. de natuur. De focus ligt nadrukkelijk op de activiteit van het Denken, met een hoofdletter, als één specifieke levenspraktijk. In een Voorwoord positioneer ik het boek nadrukkelijk als een humanistiek boek, en in een Nawoord neem ik de gelegenheid te baat om een voorstel te lanceren voor een Monument voor het Leven.

Een kleine sneak preview:

De westerling weet dat hij uit de aarde is voortgekomen – maar dat is voor hem geen reden om zijn verhouding tot de aarde te herzien. Hoewel hij heel goed weet dat hij een wonderbaarlijk schepsel is, met het vermogen om het totale aanzien van de aarde binnen een paar honderd jaar drastisch te veranderen: dat wat hem heeft voortgebracht blijft in zijn ogen een doofstomme brok materie. In plaats van zich te verwonderen over de aarde, bewondert hij slechts zichzelf. Alsof hij zelf voor zijn intelligentie, zijn creativiteit, zijn inventiviteit verantwoordelijk is. En alsof hij daarom de aarde helemaal niets is verschuldigd: geen dankbaarheid, geen eerbied, geen zorg. Alsof de aarde louter iets is voor hem om te verbruiken, om niet te zeggen te verkrachten.

[...]

Wij moeten toe naar een manier van Denken dat de Europese manier als slechts één bepaalde, historisch gegroeide denkvorm erkent, en daardoor ook andere manieren van Denken als gelijkwaardig accepteert. De verschillende beschavingen en culturen zijn, net als de verschillende talen waarvan zij zich bedienen, verschillende manieren om het leven op aarde van structuur en richting te voorzien.